G.J. Dukker
Het liefst loopt Ad van Drunen (1947) op zijn blote voeten de trap op. "Daarin zit bijna twee eeuwen slijtage. Je tenen grijpen in die treden, met hun ontroerend mooie slijtplekken. Op blote voeten is dat een wereld van verschil, zó'n tree of zó'n tree", peinst hij, terwijl hij met zijn hand beurtelings over een oude en een nieuwe strijkt. Aan de Verwersstraat tussen het Oud Bogardenstraatje en de Beurdsestraat staat een blok van vijf huizen. In één daarvan, op nummer 67, woont Ad van Drunen, de eerste bouwhistoricus die de gemeente Den Bosch aanstelde. Er zijn na ruim 25 jaar onderzoek in de Bossche binnenstad nog maar weinig panden met geheimen voor Van Drunen. Dan lijkt het logisch dat hij zelf ook in zo'n middeleeuws binnenstadspand woont. "Vanzelfsprekend is dat niet. Ik ken genoeg collega's die een modern huis hebben. Maar ik ben in de binnenstad opgegroeid, en kreeg in 1977 de gelegenheid dit huis te kopen." Wat Van Drunen in zijn werk bij de vele door hem onderzochte huizen wel deed, liet hij na bij het opknappen en verbouwen van zijn eigen woning. "Ik heb wel alles wat ik tegenkwam gedocumenteerd. Maar al die gegevens heb ik nooit uitgewerkt tot een complete geschiedenis van het huis." Het huis, oorspronkelijk bestaande uit een laag voorhuis en een hoog achterhuis, dateert van de tweede helft van de vijftiende eeuw. Het voorhuis had eerst alleen een zes meter hoge begane grond, die nu wordt verhuurd als winkel, en een zolderverdieping. Het achterhuis had een verdieping extra. Bij een grootscheepse verbouwing rond 1840 kreeg het voorhuis er een bouwlaag bij. De kap werd gewoon een verdieping hoger weer aangebracht. Bij het afhakken van de muur tussen voor- en achterhuis kwam Van Drunen de vroegere deuropening nog tegen die beide zolders met elkaar verbond. Nu zit die ergens doelloos bovenin in de tussenmuur, waar het trappenhuis in 1840 tegenaan is gebouwd. "Wat bleek nou? Ze hebben in 1840 het kozijn van die tussendeur en de deur zelf gewoon naar rechts verplaatst. De maten kloppen precies." Van Drunen heeft door uitsparingen in de muur aangegeven waar de deur eerst zat. En hoe de schoorsteen langs het deurkozijn schuin omhoog ging. Het huis vertelt nu zelf zijn geschiedenis. Zes stookplaatsenBij de negentiende-eeuwse verbouwing heeft de toenmalige eigenaar van Verwersstraat 67 een voor die tijd luxe huis willen maken. Van Drunen wijst op het aantal van zes nieuwe stookplaatsen waar er eerst slechts twee waren, aan weerszijden van de brandmuur. "En een chique kamer met twee bedsteden. Het grote trappenhuis kwam in de plaats van het smalle spiltrapje dat er eerst zat. Er is echt wooncomfort gecreëerd. Ook door twee lichtschachten." Een van de twee bedsteden was al weer verdwenen, toen Van Drunen het huis kocht. In de andere zit nog steeds een opgemaakt bed. "Maar alleen als ik ooit eens ziek ben, slaap ik er." Bij de televisie dus, die in de bedstee een plaats kreeg. In zijn huidige woonkamer had hij gehoopt plafondversieringen aan te treffen. Restanten ervan záten er ook, onder een laag tempex. "Met eikenloof en rozetten. Het plafond was deels kapot, en daarom heb ik voorlopig niet geprobeerd de afdrukken te herstellen. Ze zitten er nog steeds, maar dan achter een nieuw plafond dat ik eronder heb gemaakt. Ik heb er wel tekeningen en foto's van."Dun naaldhoutHet achterhuis bezit nog een heel oude, voor een groot deel authentieke kap. "Zelfs voor Nederlandse begrippen heel bijzonder, met sporen van heel dun naaldhout." De kap was dan ook in zeer slechte staat toen Van Drunen het huis kocht. "Maar ik wilde hem niet vervangen. Daarvoor moest ik hem echter wel laten behandelen tegen ongedierte. Met veger en stofzuiger heb ik dagenlang op zolder gezeten om de kap eerst schoon te maken. | 93 |
Ik wilde niet dat het chemische verdelgingsmiddel in alle stof zou gaan zitten, en in het gehele huis terechtkomen." Onder in de houten panelen in de werkkamer in het achterhuis zit, heel laag, een klein luikje. Ad van Drunen kan er net door. "Om achter de betimmering bij de goten te kunnen. Als het stormt en regent controleer ik altijd op lekkages, oud-Hollandse dakpannen verschuiven bij wind altijd wat. En ik kijk of de goten niet gaan lekken. Ooit komt het moment dat je dat zelf niet meer kunt. Dan moet je een betrouwbare aannemer hebben, of de monumentenwacht. Maar de beste timmerman in je eigen huis, dat ben je altijd zelf." BezemsteelDéze timmerman kwam op het idee om het ronde kraalprofiel van de voordeuromlijsting, waarin een stuk ontbrak, aan te vullen met een ordinair stuk bezemsteel. Van Drunen is bouwkundige en heeft daarom het geluk dat hij veel zelf kan doen. "Je kunt een nieuw huis ontwerpen, maar ook van een oud huis kan ik m'n eigen huis maken. Ik vind het prettig me te voegen naar de omstandigheden. Met de kromme dingen in zo'n huis heb ik geen enkele moeite, die zie ik niet eens. Je houdt er trouwens een geweldige conditie aan over, de gehele dag al die trappen op en af..."Ad van Drunen heeft een hekel aan verwarmingsbuizen. "Al dat gedoe met die pijpen vind ik niks, daarom is er nooit centrale verwarming in gekomen. En ik moet zeggen: het is in zo'n huis in de winter nooit echt koud, en in de zomer nooit echt heet. Ik heb veel in het huis gestoken, maar geen extra comfort. Ik wilde het zo origineel mogelijk laten. Als ik er ooit uit ga, zal er wel veel van het oorspronkelijke verbouwd worden, vrees ik." | 94 |
2003 |
Wim HagemansOntroerend mooie slijtplekkenBossche Pracht 4 (2003) 92-95 |
2005 |
Gemeentelijk Monumenten Selectie Project (GMSP)
Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM)
|
|
2011 |
Register Gemeentelijke MonumentenMonumentnummer: SOM0304Adres object: Verwersstraat 67 Kadastrale aanduiding: HTG00H 05879G0000 Datum aanwijzing: 27 september 1988
Gemeente 's-Hertogenbosch 2011
|
1865 | J.L. Bolsius (amanuensis bij het algemeen armbestuur) |
1875 | J.L. Bolsius (amanuensis bij het algem. armbest.) |
1881 | C. Franken (leeraar aan het gymnaisium) |
1908 | B. Baudoin en Zoon (meubelm. stoff.) |
1910 | B. Baudoin (meubelm. stoffeerder) |
1928 | J. Henkelman |
2005 | ? (Antiek Bibelot) |
1908 | J. Mulders (behanger) - L.G.F. Vink (boekbinder) |
1910 | H.J. Bettonviel (koetsier) - L.C.F. Vink (typograaf) |
1928 | wed. N.G.Ph. Hartwijk - W.J.A. van Nunen |